Olieminister Hussain Shahristani maakte de overeenkomst woensdag wereldkundig
tegenover persbureau Reuters.
Het zou gaan om servicecontract ter waarde van drie miljard dollar,
ofwel twee miljard euro. Doel is om de productie van het Ahdab-veld op te
krikken met 20 duizend vaten per dag, tot 110 duizend vaten.
De Iraakse regering wil de totale olieproductie opvoeren van de huidige 2,5
miljoen per dag tot 4,5 miljoen vaten per dag in 2013.
Buitenlandse olie- en gasconcerns zijn uitgenodigd om te participeren,
maar die inmenging ligt binnen Irak zeer gevoelig. Hamvraag is of de
deelneming van buitenlandse oliebedrijven beperkt blijft tot
servicecontracten waarbij buitenlanders een vast bedrag ontvangen voor hun
diensten.
Het alternatief is een type productie-overeenkomst waarbij de buitenlandse
partner daadwerkelijk controle krijgt over een deel van de opgepompte olie.
Vooral deze vorm wordt binnen Irak met argwaan bekeken.
Hoe het contract van CNPC er precies uitziet is vooralsnog onduidelijk.
Het contract is niet helemaal definitief, want de afspraken tussen de
Chinezen en de Iraakse olieminister moeten nog worden goedgekeurd door een
speciaal comité van het Iraakse kabinet.
Andere buitenlandse energieconcerns, waaronder Shell en het Amerikaanse Exxon
Mobil, zijn ook in gesprek met de Iraakse regering.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl